Alles wat je hart begeert en toch niet gelukkig...


Jezus heeft een ontmoeting met een man; hij is rijk, heeft alles wat zijn hart begeert, en hij heeft een vraag. Een vraag naar geluk, zin, 'eeuwig leven' zoals hij het zelf zegt.
De ontmoeting eindigt teleurgesteld. Zo snel als hij op Jezus kwam afgerend, zo teleurgesteld loopt hij weg.
Waar heen? Wat is er van de man geworden?
De man heeft zijn hele leven trouw naar de wil van God geleefd, maar zijn bezit opgeven, kan of wil hij niet.
OP de wanhopige vraag wie er dan nog gered kan worden?, zegt Jezus: bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God.

De dichter Michel van der Plas suggereert dat de man terug komt.

De rijke jongeling 2

Ik zou zo graag geloven dat hij later
naar hem teruggekeerd is: in die nacht
dat Jezus in de tuin werd opgebracht.
Een jonge man wilde hem volgen, staat er.

Dat hij toen echt alles had weggegeven.
Want hij ging enkel in een linnen doek
om zijn lichaam naar de meester op zoek.
Het was zijn schuld niet dat ze hem verdreven.

Het laatste wat hij had viel hun in handen.
Naakt sloeg hij op de vlucht. Verder dan daar
kon hij niet volgen. Als een bedelaar.
Ik zie de tranen in zijn ogen branden
terwijl hij rent, tussen de struiken door:
En sinds die nacht ontbreekt van hem elk spoor.


Michel van der Plas, Korte metten, Amsterdam 1980.



Reacties