Stilte als ontmaskering

Gastenbroeder David (Abdij Koningshoeven) noemde als de belangrijkste leefregel van de benedictijnse kloosterleven: de dagelijkse bekering.
Zo gauw ben je geneigd je zelf een rad voor de ogen te draaien. Je mooier voor te doen dan je bent. Ook met vroomheid en spiritualiteit.
Hij is met deze intentie schatplichtig aan Thomas Merton, ook trappist, die schrijft:

"Net zoals we naar buiten toe een masker dragen, opgemaakt met woorden en daden die niet echt vertolken wat in ons leeft, zo hebben ook veel gelovigen te doen met een God die opgemaakt is met woorden, gevoelens, zelfbevestigende slogans, die veeleer de God is van religieuze en sociale routine dan de God van het authentieke geloof, een afgod, een gekoesterde plaatsvervanger.
Zijn functie bestaat erin ons te beschermen tegen een diepe ontmoeting met ons echte zelf en met de echte God.

Daarom is stilte zo belangrijk voor ons geloofsleven, om God echt te ontmoeten. We kunnen niet zo maar aanhoudend praten, gebeden opzeggen, troetelwoorden prevelen, ons bezinnen en min of meer devote stemmingsmuziek opzetten.
Onze goedbedoelde inwendige religieuze dialoog is in feite een rookgordijn en een verschansing, een zelfverzekering, een soort zelfrechtvaardiging. In plaats van God werkelijk te ontmoeten in het naakte geloof waarin we ons diepste wezen voor Hem blootleggen, voeren we een ritueel op om onze angst te sussen. Het zuivere geloof wordt getest in de stilte waarin we luisteren naar het onverwachte, waarin we ontvankelijk openstaan voor wat we nog niet kennen en waarin we geleidelijk opgaan naar de dag waarop we op een hoger en dieper niveau met God zullen samenzijn."

[Vertaling door Bert Baert van: Creative Silence, uit Thomas Merton, Love and Living, New York, 1979, blz. 34-39. Gevonden in: Contactblad Mertonvrienden, 21ste Jaargang, nr 3, september 2007, blz. 22-29]

Reacties