Een vogel Gods

Pinksteren is een dag om er op uit te trekken.
"Op een mooie Pinksterdag" zong Leen Jongewaard (uit de musical 'Heerlijk duurt het langst' van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink).
In Wijk bij Duurstede doen de kerken het letterlijk: ze vieren het feest van de Geest op het plein van de stad.
Pinksteren is het feest van beweging, van deuren en ramen open, van de wind die waait en nieuw leven aanblaast.
God is te vinden in het gewone leven.
Buiten, in de wei of op de akkers, bij de vogels.

"Vaak ben ik in het vroege voorjaar, als de rust nog zoet was en de veren warm, in de ochtendschemering opgestaan om de eieren te zoeken van Gods vogel, de kievit.
Ik kan niet geloven dat God dit dier, met het andere gevederte mee, op de vijfde dag heeft geschapen. Hij moet het vroeg op de tweede dag, tegelijk met de schepping van het uitspansel, hebben losgelaten. Toen kreeg het schepsel voor het eerst, in dit nieuwe element, een steun voor zijn bestaan in het licht.
En deze eersteling, een en al vleugel, beproefde, in mateloze vreugde over deze mogelijkheid, de weerstand van de lucht. In giervlucht en duikvlucht met buitelen en stampen en stijgen, probeerde hij voor Gods aangezicht de deugd van het uitspansel. Hoorbaar scheurde hij het in
flarden, hier en daar en overal, met het knappend geluid, waarmee een kramer de lakense lap scheurt. En achter hem, lachend om de naam, die deze vogel zich zelf gaf zonder op Adam te wachten, herstelde de Schepper met Zijn alom tegenwoordige hand de breuken, tot Hij zag dat
het goed was."

Uit: Dr. O. Noordmans, Gods Poorten ('s-Gravenhage: Boekencentrum, 1949), 49-50.


Reacties