Zing een nieuw lied

Verhaal verteld in de kerkdienst van 26 mei, toen we in de Opstandingskerk in Houten het nieuwe liedboek: zingen en bidden in huis en kerk in gebruik namen. (Met dank aan Christien Crouwel)

De nachtegaal was misschien wel de beste zanger van het bos. Elke avond zong hij zijn lied. De andere dieren luisterden vol bewondering naar de hoge trillers, de prachtige wendingen in de melodie.
Als de nachtegaal zong, dan ging het over dromen en verlangens; over dat wat je wel kunt voelen maar moeilijk kunt zeggen.

Maar op een avond bleef het stil.

De kraai, al jaren buurman van de nachtegaal en zelf geen geweldige zanger al heet hij een zangvogel te zijn, ging een kijkje nemen. Hij trof de nachtegaal aan in zijn keuken. Daar zat hij, op een krukje, en keek treurig uit het raam.

‘Wat scheelt eraan?’ vroeg buurman kraai. ‘Waarom zingt u vanavond niet?’ De nachtegaal haalde zijn vleugels op. ‘Ach’ zei hij, ‘het is altijd het oude liedje’.

‘Aha’, zei buurman kraai, die het niet helemaal begreep, maar het wel probeerde. Want ‘aha’ is meestal een goed ding om te zeggen.

‘Dag in dag uit zing ik mijn lied’ zei de nachtegaal, ‘maar waarom eigenlijk? Gaat de maan er mooier van stralen? Gaan de bloemen er mooier van bloeien? Wordt het gras daardoor groener?

‘Tja’, zei de kraai, die geen antwoord wist op al deze vragen, maar dat wel zou willen. Want ‘tja’ is dan een goed ding om te zeggen.

‘Elke dag hetzelfde lied,’ herhaalde de nachtegaal ‘maar beter is de wereld er niet door geworden.’

‘O’, zei buurman kraai, die langzaam maar zeker het gevoel kreeg dat zijn antwoorden uitgeput raakte.

‘Vanavond dacht ik opeens: Waarom zou ik nog zingen?’ ging de nachtegaal verder. ‘En ik had geen antwoord’.

De buurman zweeg. Buiten rumoerde de wind. Ergens kraakte een tak.

De kraai dacht na over het oude liedje van de nachtegaal. Hij dacht ook aan zijn eigen schorre stem.
Wat was er eigenlijk mis met het lied van de nachtegaal? Hij had er altijd erg van genoten, al kreeg hij er soms wat heimwee van. Maar dat was best prettig.

Toen schraapte de kraai zijn schorre keel. ‘Hm’ begon hij. Want zo begint men vaak als men wat belangrijks wil zeggen. ‘Misschien is het tijd voor een nieuw lied?’

‘Een nieuw lied?’ vroeg de nachtegaal, terwijl hij zijn hoofd naar de kraai draaide. ‘Ja’ zei de kraai. ‘Een nieuw lied. Niet omdat het oude niet goed zou zijn. Maar voor de verandering.’

De nachtegaal zweeg. Buurman kraai, die het terechte gevoel had dat hij genoeg gezegd had, zweeg ook.
Maar nu voelde de stilte anders.

De wind ging net liggen toen de nachtegaal opeens zijn snavel opende. Er kwam een hele serie onverwachte tonen uit. Ze buitelden over elkaar, omhoog en omlaag, naar links en naar rechts. Het leek over prinsen en prinsessen te gaan. En over diepe wateren. Een heel ander lied dan voorheen. Maar ergens ook hetzelfde.

‘Mooi’ zei de kraai met schorre stem. Maar de nachtegaal hoorde hem niet. Hij zong een nieuw lied.

Reacties

Lieke zei…
Beste Martin,

Wat een mooi verhaal! Ja, waarom zingen we eigenlijk? Grappig dat op die vraag niet echt een antwoord wordt gegeven; hij lijkt overbodig te worden op het moment dat het nieuwe lied er is. Muziek voor de muziek?

Lieke