Zorg om de ziel - en wat dat met Pinksteren te maken heeft

Morgen spreekt aanstormend hoogleraar Theo Boer in de jeugdkerk van de Protestantse gemeente Houten over 'Wat zit er in je hoofd en waar is je ziel?'
Een mooie gelegenheid om het boekje van zijn collega-professor Renée van Riessen weer ter hand te nemen: 'De ziel opnieuw. Over innerlijkheid, inspiratie & onderwijs', Amsterdam: Sjibbolet 2013. Prijs: 15,95 (te verkrijgen bij de lokale boekhandel).

Het Nederlandse elftal heeft er gisteren uit gehaald wat er in zit: revanche op de nederlaag van vier geleden; een eclatante overwinning; wonderschone doelpunten die op de tweede dag al meedingen om de mooiste goals.
In het onderwijs (en de mystagogie) lijkt de uitdrukking 'eruit halen wat er in zit' geen juiste weergave van wat er gebeurt. Ze sluit aan bij de visie van Socrates op de leraar die als een vroedvrouw de latente kennis bij de leerling alleen maar geboren hoeft te laten worden.


Voor Renée van Riessen is onderwijs meer dan het toepassen van vroedvrouwtechniek. Zij laat zich hierbij leiden door Kierkegaard en Levinas en zegt dat het inzicht van buiten moet komen om leren werkelijk mogelijk te maken. Daarbij vraagt ze ook uitdrukkelijk aandacht voor de geesteswetenschappen die onderwijs behoeden voor de versmalling tot dienstbaarheid aan economisch gewin. Onderwijs is er vooral om menselijkheid te cultiveren. Daarvoor is meer nodig dan Socrates, hoe waardevol zijn inzichten ook zijn. Zij sluit aan het bij het onderscheid dat Kierkegaard maakt tussen het leraarschap van Socrates en Christus.
De éne leraar, Socrates, leert ons hoe we mens kunnen worden. De ander, Christus, leert ons dat menselijkheid het meer-dan-menselijke nodig heeft.
Socrates is een belangrijke inspiratiebron. Hij ontwikkelde een methode die op vertrouwen gebaseerd is. Hij gaat ervan uit dat iedereen alles wat echt belangrijk is, allang weet. Die kennis die ligt al in ons besloten en wacht tot het wakker geroepen wordt. Dat kan gebeuren doordat een ander de juiste vragen stelt. Onderwijs was voor Socrates daarom niet het erin stampen van bestaande kennis, maar vragen stellen en gesprekken voeren. Gesprekken die soms pijnlijk of confronterend zijn, wanneer reflectie betekent dat je zekerheden moet opgeven.
Kierkegaard vindt dat Socrates nodig is voor de cultivering van de menselijkheid in ons. Hij leert ons dat we denkende en kiezende personen zijn, met een innerlijk waarin we ons met waarden verbonden weten.
Maar er komt een punt waarop Kierkegaard Socrates bekritiseert. Dat ons innerlijk een soort spiegel van de eeuwigheid zou zijn. Eeuwige waarden liggen diep in onszelf verankerd. Volgens Kierkegaard is dat een misvatting, die ons als mens tekort doet. Wij zijn eindig, zegt hij. We zijn niet met een geheime verbinding op de eeuwigheid aangesloten, we zijn overgeleverd aan de tijd en het hier-en-nu."

Om echt te weten wie we zijn, hebben we een leraar nodig die vertelt dat we geen 'God zijn in het diepst van onze gedachten' (Kloos). Christus leert ons dat ons innerlijk niet on-middel-lijk op 'God' aangesloten is. "Om God te ervaren is er een schok nodig die van buiten ons komt. Die schok sluit niet aan op wie we nu zijn, maar zet het leven op zijn kop" (Interview in Trouw, 27 januari 2012)

Inzichten van de Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) hebben Van Riessen hier verder gebracht. Het gaat om het besef dat er ook een bron buiten jezelf, een buiten-perspectief. Levinas wijst op de schok die nodig is om het woord God betekenis te geven.
Dat zou je een Pinksterervaring kunnen noemen. Het inzicht komt op, je herkent het, maar je weet ook dat het meer is dan wat jezelf bedacht hebt. 'Wat we horen als de stem van ons hart moet ook in steen gegrift staan', zegt Levinas. Hij denkt daarbij aan de leefregels uit de tien geboden. God is (ook) in ons, maar God gaat niet in ons op.
Het evangelie laat ons zien dat God ons in een mens nabij is gekomen. Dat is een gedachte die in geen mensenhart is opgekomen. Dat hadden we zelf niet kunnen verzinnen. Het innerlijk alleen is dus niet genoeg: het moet op gezette tijden herinnerd worden, soms met een schok, aan wat het uit zichzelf nog niet wist.

Het leraarschap van Christus heeft dus ook iets van vervreemding. "Het brengt ons niet dichter bij onszelf, maar juist verder van onszelf; omdat het een contact tot stand brengt tussen wat menselijk (en daarom in principe herkenbaar vertrouwd en ons eigen) is en aan de andere kant dat wat niet menselijk is."
Waar Socrates zich richt op wat innerlijk al aanwezig is, brengt Christus in het innerlijk een vernieuwing teweeg.
Hier liggen volgens mij verbindingen met wat in de mystagogie het proces van omvorming genoemd wordt. En voor het onderwijs is deze fundamentele bezinning op het doel ervan.

Innerlijkheid, het vermogen tot zichzelf in te keren, is een onmisbaar element van het menselijk leven. Je bidt of mediteert, maar ik denk ook aan de biecht die ook in protestantse kringen weer onder het stof vandaan gehaald wordt. Een groep mensen die bij ons in de gemeente een nieuw initiatief gestart is (een soort huiskamerkerk met voor de helft niet kerkelijk betrokken deelnemers) inventariseerde op haar eerste bijeenkomst thema's die zij aan de orde wilde stellen. Met stip stond bovenaan: schuld en vergeving. Het besef schuldig te zijn voor mensen en voor God, zoals ook al aan de orde komt in het bekendste christelijke gebed, het onze Vader.

Op tal van terreinen worden wij uitgedaagd er uit te halen wat er in zit. We posten onze verworvenheden op Facebook en 'liken' de prestaties van anderen. We manifesteren ons en creëren zo onze eigen identiteit.
Mooi is dat Van Riessen in dit mediageweld aandacht vraagt voor innerlijkheid. Juist dat vermogen in te keren tot zichzelf blijkt boven zichzelf uit te wijzen. Naar de aanwezigheid van een Ander die deze inkeer mogelijk maakt. Dat is de leraar Socrates en de leraar Christus. En Kierkegaard helpt om de overeenkomsten en de verschillen tussen beiden op het spoor te komen.

Maar de werkelijkheid is ook meer dan ons innerlijk. Levinas hanteert een messiaans perspectief op onderwijs waarin maatschappelijke en sociale kwesties geïmpliceerd zijn. In onderwijs gaat het niet alleen om de verlossing van de enkeling, maar ook om het nastreven van vrede en gerechtigheid voor allen. Dat laatste bevrijdt ons uit een klein-zielige opvatting over de ziel.



Reacties

Frank zei…
Christus wist waar hij mee bezig was. Maar hij was een mens. Hij bad, net als mensen doen. Hij had geen hotlijn met God, maar hij wist wel wat er was na de dood.

Toch twijfelde hij en toen hij het moeilijk had aan het kruis riep hij God aan. Hij leek te twijfelen.

Dit moment is voor mij het bewijs dat God nooit direct met mensen loopt te kletsen. Niet met Christus, dus zal het ook niet met mij, jou of de overbuuf gebeuren.

Neemt niet weg dat ik soms mijn Goddelijk innerlijk voel. Ik zie een jonge kauw die probeert te vliegen. Ik kijk in zijn kraaloogjes, ik voel zijn verbazing, zijn strijd. Ik zie de jongen biggen in de kinderboerderij vrolijk spelen, ik weet dat ze naar de slacht gaan omdat er straks een mens van kan eten, ik voel het verdriet van een kwartel die is kaalgepikt door en zebravink.

Ik kan dit alleen maar verklaren als een stuk God (Liefde) in me.

Juist deze Liefde in me vecht tegen de uitbuiting door de bio-industrie die door NEP-christenen van het CDA en de Rabobank worden aangemoedigd.

Immers CDA en Rabobank zijn bezweken aan het Gouden Kalf van de geldstromen van de agrarische wereld.