De ziel gaat te voet

Met een goede vriend ben ik met tussenpozen onderweg naar Assisi. Inmiddels zijn we de Eifel doorgestoken.
Elk dag lezen we op onze pelgrimage een verhaal uit de Fioretti, de bloempjes van Franciscus.


Zaterdagmorgen, nog vóór het ontbijt, verlaten we onze herberg. We ontdekten dat aan de andere kant van de heuvel het Franciscanerklooster van Vossenack ligt. De herbergierster had ons gezegd dat het voor geoefende lopers (had ze dat goed ingeschat?) twintig minuten lopen was. Het wordt een stevige klim en net op tijd bereiken we een uitgestorven internaatcomplex.



Op het grasveld vóór de kerk staat een prachtige sculptuur van Franciscus met de wolf van Gubbio. Eén van de verhalen uit de Fioretti, de bloemlezing verhalen over de man uit Assisi.
Het beeld raakt en ontroert me. Het gevaarlijke beest lijkt getemd door het kleine mannetje, het lijkt wel of ze dansen…


Inmiddels is er een auto gestopt. De bestuurder verdwijnt in het kerkgebouw. Hij lijkt ook echt verdwenen. De grote kerkzaal is leeg en ook in de dagkapel treffen we niemand. We bellen aan en na enig wachten verschijnt een pater. Hij is druk met de voorbereidingen van de mis. “Maar welkom!. Natuurlijk kunt u de viering meemaken, als jullie afdalen naar de crypte…”


Daar treffen we naast de chauffeur een dame aan. We schuiven in de bank vóór hen. Vijf mensen in een vrijwel verlaten complex vieren de mis. De pater durft het aan om enkele liederen op te geven en, mede door de krachtige vrouwenstem achter ons, klinkt het best.
Na afloop vertelt de pater dat hij ooit les gaf in Roermond en verontschuldigt zich voor de kleine bezetting vanochtend. Vakantie. De meeste broeders zijn ook uithuizig. Hij vraagt naar onze reis en we vertellen dat we in etappes onderweg zijn naar Assisi. Hoe lang denken we daarover te doen? “Tien jaar of meer? Dat heb ik nog nooit gehoord! Dan mag u wel gezond blijven…!”
Ik leg uit dat dat laatste de reden is dat we het plan dat we aanvankelijk voor na ons pensioen in gedachten hadden, maar naar voren gehaald hebben. En of we gezond blijven? Niemand die het weet.
Maar de ziel gaat te voet. Een pelgrimage brengt je op onverwachte plaatsen. En biedt onverwachte ontmoetingen.



Na de mis sta ik nog even stil bij Franciscus en de wolf. De heilige ging kennelijk niet alleen om met kwetsbare schepsels als vogels en armen. Ook de sterken zoekt hij op.
De inwoners van Gubbio worden geterroriseerd door een wolf. Het gevaar komt van buiten! In plaats van zich te verschansen achter de veilige muren treedt hij het gevaar tegemoet. Hij spreekt de wolf vermanend toe en zegt: toon je zwakheid. Laat de mensen van Gubbio weten dat je honger hebt.
Daarmee zou het verhaal afgelopen kunnen zijn. Maar Franciscus keert terug naar de stad en ook de bewoners krijgen een donderpreek. Zorg goed voor dat beest! Geef het te eten. Het ware gevaar schuilt niet buiten, maar in je eigen gewelddadige hart. Als je samen een gewelddadige wolf verzorgt en van eten voorziet, is het niet zo voor de hand liggend elkaar te verslinden…
Franciscus moet de wolf in zijn eigen hart wel erg goed in de ogen hebben gekeken om zo met het kwaad en zijn medemensen om te kunnen gaan. En te zoeken naar verzoening. Tussen mensen. Tussen mensen en de natuur. Tussen mens en God.
We hebben nog niet ontbeten. Maar met de bete broods van de eucharistie en dit verhaal lopen we welgemoed terug naar onze herberg. In stilte bid ik: verlos me van mijn zelfzucht, de hongerige wolf die nooit genoeg heeft.

De titel van deze blog en het idee op elke dag van onze pelgrimage naar Assisi te lezen uit de Fioretti ontleen ik aan het gelijknamige boek, De ziel gaat te voet | Met Franciscus Op Pelgrimstocht Naar Assisi. Auteurs: Herman Andriessen & Ciel Mooren.
Zij liepen een andere route dan wij. Dat is overigens één van de charmes van pelgrimeren naar Assisi. De route is niet voorgegeven en wordt ook niet massaal gelopen. Je zoekt en vindt je eigen weg.


Reacties