Mijn aftelkalender naar kerst is dit jaar kort. Het telt 7 dagen. Of nachten.
[bekijk en beluister hier de vlog:]
Ik tel aan de hand van een klein boekje van Ester Maria Magnis. Een prachtig, mooi uitgegeven boekje met de kortst denkbare titel: 'O'. Naar de aanhef van de 'O-antifonen' die ze bespreekt.
Zeven hoofdstukjes schrijft ze over de keerverzen, die de laatste zeven dagen voor kerst in de vespers gezongen worden.
Die letter 'O' is als een klein raam dat in deze lockdown open gezet wordt. Er komt licht en frisse lucht naar binnen.
Zoals je door de figuur op een icoon aangekeken wordt vanuit een andere, hemelse werkelijkheid.
Dat venster geeft ook een focus. Wat betekent kerst voor jou? Je denkt dan vast aan de armzalige kribbe, de herders die Jozef en Maria en het kind bezoeken, aan de deftige heren van ver met hun geschenken.
In deze keerverzen krijg je iets heel anders aangereikt. Namen voor Jezus die zijn ontleend aan het eerste testament en die je niet gauw in de mond zal nemen.
Ik noem Jezus tenminste niet 'Wijsheid' of 'Adonai'. 'Immanuel', ja die naam komt soms in mijn gebed wel voor. Maar 'Wortel van Isaï' of 'Sleutel van David', dat klinkt allemaal wel ver en vreemd.
Maar laten we eerst maar eens gaan luisteren, naar die Middeleeuwse woorden en klanken (dit is een bewerking door John Muehleisen):
Reacties