"Er is hoog bezoek in de kerk". Jenny Harmelink, de diaconaal consulent die één dag in de week vanuit De Inham werkt, maakt me erop atttent. Ik loop de kerkzaal in. Daar bevindt zich een sliert kinderen, hesjes van de peuterspeelzaal aan en met elkaar verbonden met de hand aan een lint. Jitske Laks, de gastvrouw, heeft hen verrast en gastvrij binnen gelaten.
"We
zagen de deur open staan", zegt één van de begeleiders. “En dachten: we
gaan eens binnen kijken.”
"Wat
ontzettend leuk dat jullie er zijn" zegt Jitske. Ik: "En wat een goed
idee dat jullie even op bezoek komen."
De
kinderen kijken onwennig én nieuwsgierig in de voor hen onbekende ruimte. Eén
kind vindt het wel heel erg spannend en haar lip trekt naar beneden. De
begeleider ziet dat gelukkig en neemt haar onder haar hoede.
“Kijk
maar eens goed rond”, zeg ik. “Wat zie je allemaal? Ga maar op de stoelen
zitten. Loop maar door de kerk heen."
Mooi
hoe de kleuters dit drempelmoment ervaren. De één kijkt nieuwsgierig naar wat
er te ontdekken valt. Anderen aarzelen. "Geef elkaar maar een hand."
Dat helpt. Het is kyrie met echte tranen en het drempelgebed lijfelijk gevoeld.
Dan is de ruimte 'gewonnen'. Het lopen wordt al gauw een ren-spel dat me aan
apenkooi dat we vroeger in de gymzaal speelden doet denken. De begeleiders
manen de kinderen tot wat meer ingetogenheid. Maar ik zie ze genieten en
spelen.
Met
heel veel aandacht steken twee kinderen aan de paaskaars kleine kaarsjes aan.
"Dat doen we als we blij of verdrietig zijn".
"Wat
doe je nog meer in de kerk?" vraagt de leidster.
Zonder
aarzelen steekt een jongen de vinger in de lucht en roept: "Zingen!"
Ja,
stem ik in. Als dat straks weer kan! Met de kinderen erbij!
"Komen
jullie gauw weer eens op bezoek. Dat vind ik fijn!"
Ja,
dat beloven ze.
Reacties