Godfried Bomans overleed 50 jaar geleden


Ik was een jongen van elf. Ik kwam thuis uit school en op het bureau van mijn moeder stond een portret van een man met sluit haar, donkere bril met dikke glazen en een pijp in zijn hand. Hij deed me denken aan de meester van wie ik net nog les gehad had. Maar die rookte geen pijp maar sigaretten. Hij had een professor-achtig voorkomen, dacht ik. 

Het portret was dat van Godfried Bomans. Het was de eerste keer dat ik iets merkte van openbare rouw over een publiek figuur. Pas later begreep ik hoe veel Nederlanders geschokt waren door zijn vroege dood. 

Thuis luisterden we wel naar LP's met zijn onvergetelijke kopstukken. Later las ik Erik of het kleine insectenboek, beluisterde ik de avonturen van Wolkers en Bomans op Rottumerplaat. Las op 5 december De Catechismus van Sinterklaas. In ons eindexamenjaar bekeken we in een grote aula Bomans in Triplo. Ik dacht dat ik de enige was die de mengeling van nostalgie en zoeken naar authentiek geloof dacht te herkennen. 

En bij tijd en wijle struin ik weer eens door zijn boeken. Een veelschrijver met vele kanten, die hield van publiek, met humor door het land trok en volle zalen trok. 

Ik zou dat niet meer meemaken. Ben te laat geboren en Bomans te vroeg gestorven. 

Een mens die eigen tijd huis hoorde in de tijd van Dickens. Die breedsprakig en gevat reageert op vragen. En op sommige punten zijn tijd vooruit was. Lees het lange interview met Michel van der Plas In de kou

Zijn observaties bij het pastoraal concilie in Noordwijkerhout (1966-1970) zijn heel actueel in het licht van het proces de synodale kerk in de RK kerk dat net gestart is. 

Interessant is wat Bomans zegt over wie er aan het woord komen. De theologen die vooral over kennis praten, vanuit het hoofd. "Eigenlijk zouden op zo'n pastoraal concilie acht heiligen horen op te staan, waarna de voorzitter nog drie mystici op de sprekerslijst zou moeten plaatsen. Ik meen dat wat men in de oude kerk het pneuma noemde, de geïnspireerdheid door de genade, dat die stem op het ogenblik niet klinkt. We zitten allemaal van buitenaf te praten, alsof we het over een vereniging hebben."

Bomans, opgegroeid met het rijke roomsche leven was onzeker geworden over grote woorden, over God, over het instituut kerk met zijn  pastoors en prelaten, met dogma's en zekerheden. 

"Ik zou wel eens willen horen de stem van de man die in verenging met God leeft". "Waar het om een beleven van geloof gaat en om een nieuwe verhouding tot God zou ik de stem van de man of vrouw willen horen die daar persoonlijk weet van heeft. En die stem hoor is niet."

Deed Karl Rahner niet in precies diezelfde tijd de uitspraak: “De christen van de toekomst zal een mysticus zijn, of hij zal niet zijn”.


Geïnteresseerd in Bomans en het katholieke geloof? Donderdag 21 oktober houdt de voorzitter van het Bomans Genootschap, Fred Berendse een lezing over dit thema. Welkom om half 3 in de pastorie van de St Martinuskerk, Hoogland. 


Ik interviewde Berendse voor De Stad Amerfoort: 




Reacties