Namen niet vergeten



Na de oecumenische viering op 4 mei jongstleden in het protestantse kerkje De Inham lopen de kerkgangers naar buiten. Ieder krijgt een witte bloem aangereikt. Langzaam zet de stoet zich in beweging richting de gedenknaald aan het begin van de Zevenhuizerweg. Daar worden naar goede gewoonte de namen genoemd van de Hooglanders die in de oorlog zijn omgekomen. De toespraak die Gerard Hilhorst houdt raakt me. Hij noemt de naam van een andere Hooglander, Louis Blazer. De stoet was zojuist langs het huis gelopen waar hij woonde. Er is daar voor no. 33 een struikelsteen geplaatst. 

Louis was Joods en een zoon van Samuel Blazer en Henriette Blitz. Samuel was een begenadigd contrabassist. Hij was al op 18-jarige leeftijd lid van het Concertgebouworkest geworden en bleef dat 38 jaar lang. Ook was hij een verdienstelijk componist. 

Zoon Louis komt in juli 1930 in Hoogland terecht, waar hij de langste tijd bij het echtpaar Van Selm aan de Hamseweg inwoont. Hij wordt als een soort pleegzoon beschouwd. Louis werkte als tuinman bij diverse bedrijven en tenslotte bij baron Van Boetzelaer op kwekerij Kranenburg, ook aan de Hamseweg. De andere knechten plaagden hem goedmoedig. 'Lowietje' had een geestelijke beperking. De baron nam vaker personeel aan dat op de arbeidsmarkt niet goed kon meekomen.

Aan Louis’ verblijf in Hoogland komt abrupt een einde. Op 3 juni 1941 ontving de gemeente Hoogland een schrijven van de Commissaris der Koningin om ‘opgaaf van Joden’ te doen aan de Sicherheitspolizei. ‘Alle personen van geheel of gedeeltelijk Joodschen bloede’ waren naar een verordening van 10 januari eerder dat jaar verplicht zich te melden. Op 5 juni gaf de gemeente de gegevens zonder mankeren en zonder protest door. Het ging om drie personen, onder wie Louis Blazer. Nog geen twee weken later volgt een nieuw bericht aan de Sicherheitspolizei dat Louis Blazer vertrokken is naar Loosduinen (Den Haag). Op 2 januari 1943 is Louis naar Kamp Westerbork gebracht en op 18 januari naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij direct na aankomst op 21 januari is vermoord. Zijn stiefmoeder Lea Raske en halfzusje Elisabeth Blazer kwamen eveneens om in Auschwitz, op 19 februari, respectievelijk 57 en 16 jaar jong. 

Kille cijfers, die je doen huiveren. Daarom is het mooi dat Gerard Hilhorst de naam en de geschiedenis van Louis Blazer noemt. Des te meer omdat Gerard bestuurslid is van de belangenvereniging voor kleine mensen. Zo vraagt hij terecht aandacht voor het wrede lot dat veel mensen met een beperking trof die in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s zijn vermoord. 

Het is Gerard bovendien gelukt na intensieve naspeuringen een muziekstuk van Louis’ vader, Samuel Blazer, terug te vinden. Aan het eind van de herdenkingsplechtigheid speelde st Caecilia “Romance voor Piano” van een nieuw arrangement voorzien door Jord Spruyt. 


(verschenen in De Stad Amersfoort, 10 mei 1994)




Reacties