Aswoensdag, berouw, rouw en bekering

Aswoensdag, Petrus Wolfs, ca. 1930, Eijsden, Nederland

Eén voor één staan de kerkgangers op en lopen naar voren. Als ik voor de voorganger sta, doopt deze de duim in een schaaltje met roet en brengt daarmee een kruisje op mijn  voorhoofd aan. Dan klinken de woorden: "stof ben je en tot stof zul je weerkeren". Ik word persoonlijk aangesproken. Even ben ik losgemaakt uit de massa, even sta ik stil... ja bij wat?

De woorden over het stof brengen me bij hoe het ooit begon, bij het scheppingsverhaal uit Genesis. De Ene schept de mens uit het stof van de aarde. Het maakt me klein en tegelijk voel ik me verbonden. Klein omdat ik kwetsbaar ben en feilbaar. En verbonden, met de aarde, waar ik uit genomen ben. 

Ook voel ik me verbonden met andere mensen. Met de medegelovigen hier in de kerk. Met alle mensen. Ook al ken ik hen niet, ik kan ze nu niet meer opdelen in goede en slechte mensen. We zijn allemaal uit dezelfde klei getrokken. We zoeken allemaal het goede leven. We hebben allemaal deel aan het kwaad dat zijn sporen trekt door ons leven. 

Ik maak zelf niet alleen fouten, als persoon, ik maak ook deel uit van de wereld waarin ik leef. Of ik dat nu leuk vind of niet. Of ik er nu iets aan kan veranderen of niet. Ik maak onderdeel uit van een schuldig landschap waar oerwouden gekapt en zeeën leeggevist worden. Van een schuldig economisch systeem dat geld en goed oneerlijk verdeelt. Een groot deel van onze welvaart is vergaard door koloniën uit te buiten. 

Johan de Vreugd, Stof ben je (zie onder) 

Keer je om en geloof

Maakt me dit somber? Ja. Nee. Want de voorganger hoor ik nog wat anders zeggen: 'Bekeer je en geloof in de blijde boodschap'. Ik hoor niet alleen over mijn sterfelijkheid en tekort, maar ook dat het leven ook een uitnodiging van God is.

Die woorden en dat gebaar van het askruisje raken me diep. Een ritueel doet me voelen, ervaren waar ik gewoonlijk aan voorbij leef.

Berouw is een klassiek woord en toch hecht ik eraan. Ook omdat het raakt aan rouw. Aan het verlies van veelkleurig leven in de schepping. Van vogels en planten. Van dieren en koraal. 

Dag vogels 

Een paar jaar gleden was ik op vakantie in Friesland. Met iedere meter die ik door de weidse weilanden fietste werd ik verdrietiger. Het gras was als met een nagelschaartje kaal geschoren. Waarschijnlijk al voor de derde keer dit jaar. Eentonig raaigras. Groen, dat wel, maar geen olijke dotterbloem, geen sprankelende madelief durfde zijn kopje boven het maaiveld te steken. Ik kon geen kievitsbloemen ontwaren, en ook de gelijknamige tuimelaars in de lucht ontbraken. Stil was het, doodstil. Opeens realiseerde ik me dat ook het gezoem van insecten ontbrak. Slechts een enkel koolwitje hield nog de schijn op dat hier iets van natuur was. Dag vogels, dag bloemen, dag vlinders. Alle grassprieten stonden strak in het gelid om een zo hoog mogelijke opbrengst te garanderen. Voor de boer, die ik het van harte gun. Maar ook voor de laagste prijs, want we betalen liever geen cent te veel voor de witte motor van onze economie. 

Het eerste getjilp van de ontwakende vogels: le point vierge - het maagdelijke punt - van de dageraad, een moment van ontzag en onuitsprekelijke onschuld, wanneer de Vader in volkomen stilte hun ogen opent. Ze beginnen met Hem te spreken, niet met vloeiend gekwinkeleer, maar met een uit de slaap oprijzende vraag, die hun stemming bij dageraad vertolkt, hun stemming bij het point vierge. Die stemming vraagt of het tijd is voor hen om te ‘zijn’. Hij antwoordt ‘ja’. En worden één voor één wakker en beginnen te zingen. 

Thomas Merton, in 'We zijn al één. Woorden voor elke dag van het jaar, 14 februari

Berouw is rouwen

Ik zit weer in de kerkbank. Een schrik schiet door mijn lijf: staan we ons hier met deze kleine groep gelovigen niet geweldig voor de gek te houden? Wat zet dit ritueeltje nu voor zoden aan de dijk? Het water klotste de afgelopen weken over de kaden en dijken heen. We beleefden het warmste jaar ooit gemeten. Net als het jaar daarvoor overigens. En dan zie ik nog niet eens wat ons inhalig gedrag doet in die delen van de wereld waar het water mens en dier tot aan de lippen staat.

Gail Bradbrook, één van de oprichters van Extinction Rebellion, vergelijkt het met een rouwproces. Rouw is de prijs die je betaalt voor liefde. Maar het omgekeerde geldt ook: rouw maakt ruimte voor liefde. Als je het verschil kunt zien tussen een tureluur en een kemphaan, dan ga je vanzelf van vogels houden. Stof ben je… we staan niet buiten of boven de schepping maar maken er deel van uit. 

Maar dan hoor ik weer de stem van de voorganger: mens ben je. Ik kan en hoef de wereld niet te redden. Het hangt niet van mij af. Maar wat ik doe en laat doet er wel toe. Ik kan liefhebben. 

Ik merk een gevoel van opluchting. Berouw maakt ruimte. Het heeft niets van een neerdrukkende zwaarmoedigheid of een opgeheven beschuldigende vinger. 

Ik merk dat ik iets lichter de kerk uitloop. Ik kan mijn plek innemen. Als mens. Ik besta. Maar ik hoef niet zwaarwichtig te doen. Ik hoef niet krampachtig te leven alsof het van mij afhangt dat er iets van de aarde terecht komt. Mens ben ik. Ik kan god-zijn met een gerust hart aan God over laten. 

Stof ben ik. Inkeer en berouw zetten me met beide benen op onze mooie aarde, ons gezamenlijk huis. Het is de enige bewoonbare plek die we hebben in het onmetelijke heelal. ‘God lof!’ hoor ik de merel de lente open zingen. Ik weet mijn plaats.


Johan de Vreugd tekende in de lijdenstijd van 2023 dagelijks een tekening bij een Bijbeltekst uit een rooster dat hij volgde. De eenenveertig tekeningen zijn gebundeld in een boekje met de hoopvolle titel ‘Mijn huis moet VOL worden’. Bestellen kan via https://adventkerk.nl/tekeningen-in-de-lijdenstijd/

Dit blog verscheen als artikel in Vierklank, kerkmagazine van de Protestantse gemeenten Amersfoort en Hoogland-Amersfoort-Noord, in het themanummer 'In zak en as'. 

Reacties