Advent met Micha


Vierde advent al weer. Gaat het dit jaar sneller of verbeeld ik me dat?
Opnieuw lezen we it Micha, Hoofdstuk 7, dit keer, het begin en het slot, vers 1-7 en 1-7 en 18-20
We horen Micha die diep in de put zit. `Ongelukkige die ik ben!' Er is niemand die goed doet, zelfs niet één. Er klinkt een echo van de klacht in Psalm 14 en 53. En van Elia die klaagt dat hij als enige is overgebleven (1 Kon. 19: 14).
Toch vind ik het moeilijk die klacht te herkennen. Je vergroot je teleurstelling en projecteert die op het doek van de hele wereld. Somber.

In 7: 7 kantelt het opeens. Micha raapt zichzelf bij elkaar en spreekt zichzelf toe: Maar ik blijf uitzien naar de Heer! Dieper dan zijn wanhoop is zijn hoop.
Het Hebreeuwse woord zph betekent:
- spiedend waken,
- opmerkzaam beschouwen
- loeren, met ongeduld verwachten.
Mooie adventswoorden: wat zie ik? Wat verwacht ik?
Alleen maar ellende of ontwaar ik ook iets van God, en van zijn koninkrijk?

Spiedend naar God ziet Micha een God "die onze zonden werpt in de diepten van de zee".
Nu neemt Micha verantwoordelijkheid. Hij weet zich solidair met hen die hij aanklaagt. `Onze' is inclusief. Hij is niet 'de enige die goed doet'. Kennelijk geeft dat ook ruimte. Ruimte voor God.

Reacties