Opnieuw leggen we ons oor te luisteren bij Thomas Merton. En bij Dietrich Bonhoeffer over wie Merton schrijft.
Het citaat uit de gevangenisbrieven is een mooie kanttekening bij het evangelie van komende zondag: Heden is dit woord (van de profeet Jesaja) in uw oren tot vervulling gekomen. Dat is nog eens nieuwe taal! Ongehoord!
"Bijna alle religieuze bewegingen hechten veel belang aan de stille meditatie: hindoeïsme, boeddhisme, quakers...
Het katholieke monnikenwezen heeft altijd het belang onderstreept van de stille overweging van het Woord Gods.
Dietrich Bonhöffer, de apostel van het radicaal en seculier christendom uitte in zijn gevangenschapsbrieven zijn ergernis over het oppervlakkig geklets van de gevangenen. "Iedereen hier tatert maar onbezonnen door over zijn privé-aangelegenheden, ook als niemand er in geïnteresseerd is, alleen maar om zichzelf te horen praten. Het is gewoon een fysieke aandrang, maar als je erin slaagt het voor een paar uur stil te leggen, ben je nadien al blij dat je jezelf ook niet hebt laten gaan".
En hij voegde eraan toe dat hij zich erg onprettig voelde om de manier waarop die mensen zichzelf kleineerden, alleen maar om zichzelf te horen spreken. Ze bekommerden zichzelf er helemaal niet om eens op een zinnige manier hun gemoed te luchten bij een betrouwbare vriend en te spreken over hun meest intieme belevenissen.
Nog ernstiger luidt zijn opmerking dat ook de kerk zich bezondigt aan te veel loos gepraat. Het leek hem dat de kerk, in haar verweer om zich te handhaven en te doen gelden, haar zelfbehoud als een doel op zich beschouwde: de kerk sprak meer en meer over en voor zichzelf en steeds minder over en voor het Koninkrijk. Daardoor miste ze de kans om een woord van verzoening te richten tot de mensheid en heel de wereld. Hij voorzag dat dit de kerk, al de kerken trouwens, zou herleiden tot een nietszeggende, onbeholpen haveloze gemeenschap waarin traditionele taal fataal machteloos zou worden en zou verstommen.
Of we dit nu graag horen of niet, of we het al dan niet verstaan, we beleven nu een vreemde verwarde tijd van heraanpassing waarin niet alleen de individuele christenen maar ook de kerken zelf zich best een tijd in de stilte zouden moeten terugtrekken. Er zal natuurlijk veel verzet zijn tegen deze noodgedwongen situatie en velen zullen hun stem verheffen, niet zozeer om het Rijk Gods te verkondigen, maar veeleer om hun aanwezigheid bekend te maken en te verklaren dat zij en hun kerken alle aandacht verdienen.
Bonhoeffer zag wijselijk dat de werkelijke bedoeling van deze periode van relatief stilzwijgen gelegen was in de verdieping van het gebedsleven en de terugkeer tot de wortels van ons bestaan, om eens te meer, door stilte, gebed en hoop, van God nieuwe woorden te ontvangen en een nieuwe manier, niet om onze boodschap te vertolken maar de Zijne!
"In onze dagen moet de christenheid vooral bidden en rechtgeaard handelen voor en met de medemens. Het christelijk denken, spreken en organiseren moet herboren worden uit dit bidden en handelen. We zijn nog niet uit de smeltkroes en iedere poging om het proces te verhaasten kan alleen maar de bekering en de loutering van de kerk vertragen. Het komt ons niet toe de dag te voorspellen, maar de dag zal komen dat de mensen zullen opgeroepen worden om het woord van God te uiten met een kracht die de wereld zal veranderen en vernieuwen. Het zal een nieuwe taal zijn die de mensen zal raken en hen zal overrompelen, door haar kracht... een taal die de vrede van God verkondigt met de mensen en de komst van zijn Rijk. Tot aan die dag zal de christelijke zaak een stille en verborgen aangelegenheid zijn, maar intussen zullen er mensen zijn die bidden, weldoen en Gods eigen tijd verwachten".
Vertaling door pater Bert BAERT van Creative Silence, uit Thomas Merton, Love and Living, New York, 1979, blz. 34-39.
[gevonden in: Contactblad Mertonvrienden, 21ste Jaargang, nr 3, september 2007, blz. 22-29]
Reacties