Een engel staat klaar met een mantel voor jou

We zijn met een aantal vriendinnen van een vriendin in de kroeg. De vriendin is een maand geleden overleden. Vandaag is haar geboortedag. Een dag die ze zelf niet vaak vierde. Nu zijn we in de kroeg waar ze vaak zat; met haar vrienden en vriendinnen. 
We luisteren naar elkaars herinneringen, naar de pijn van ieders gemis. 
Een dichtregel klinkt: '...en niet het snijden doet zo'n pijn, maar het afgesneden zijn.' (Vasalis | Sotto Voce) 

Hoe erg is het als er geen ruimte is voor je eigen verhaal, je eigen gemis, je eigen verdriet. 
En hoe goed als dat er wel mag zijn, naast dat van anderen. 

Later denk ik aan aan andere woorden, ook van Vasalis: 

Steen
Verdriet kit al mijn krachten samen, 
zodat ik roerloos word als steen. 
Mijn hele wezen wordt materie, 
een ondoordringbaar star mysterie, 
o sla de rots, opdat ik ween. 
M. Vasalis
uit: Vergezichten en gezichten, Van Oorschot 1954

We zijn hier omdat het nog niet af was. Het leven van onze vriendin niet. Ons gemis nog niet. Dat zal nooit af zijn. 
We rapen wat stukken bij elkaar. 

Ik heb een klein kerststalletje meegenomen. Ooit gaf ik eenzelfde aan haar op haar verjaardag. Eén voor één zet ik de figuren op tafel. Ze vertellen stuk voor stuk hun eigen verhaal. 




De kerstfiguren staan nu op de tafel in de kroeg, tussen de glazen wijn, het bier en de bitterballen
Ze lijken verdwaald, komen uit een ander verhaal. Of toch niet... 

Ik lees een verhaal. 
Over de stukken van mensen die iets vinden van wat er gebeurd is. 
Een verhaal over de dingen die je niet begrijpt. 
Eén van de herders keert na het bezoek aan de stal terug - omdat hij het niet begreep... 

"Eén van de herders had gezien
hoe Maria de stukken bijeen zocht in haar hart:
het stuk van de herders
en dat van de engelen
en het stuk van alle mensen die verwonderd waren.

Toen hij terug ging moest hij onderweg aan haar denken.
Hij draaide zich om,
keerde op zijn schreden terug,
en vond haar in de stal met het kind;
verder was er niemand.
‘Kwam je terug?’ zei ze.
‘Ja’, zei hij, ‘ik zag je denken; met je hart.’
Zij zei niets.
Maar na een poosje:
‘Wat dacht je allemaal?’
De herder: ‘Het liet me niet los. Daarom kwam ik terug.’
Zij keek naar het kind. En zei:
‘Ik begrijp het niet.
Het is toch ook mijn kind.
Iedereen bemoeit zich ermee en gaat dan weg.
Maar jij kwam terug.’

‘Mijn vader’, zei hij,
‘leerde me dat je altijd terug moet keren als je iets niet begrepen hebt.’
Maria zag het aan;
toen hij zijn hand legde op het kleine hoofd
en het streelde en hoe zijn ziel genas.

En in haar hart rees het eerste begrijpen.
‘En wat begreep je dan niet?’
‘Je zat er zo stil bij; een hoop volk om je heen.
En soms keek je man ongelukkig.
Dat begreep ik niet.’ Zij zei zacht:
‘Je hebt het gezien aan ons.
Er is iets met het kind.
Mijn nicht heeft me dat ook al gezegd.

Toen zei de herder, even zacht:
‘Met mijn kind was ook iets.’
‘Wat dan?’ vroeg zij. Toonloos zei hij:
‘Het werd ziek en ging dood.
Sindsdien zijn alle kinderen voor mij een teken.’

Zij zag hem aan.
Zei toen:
‘Streel het maar; en denk aan je kind.’
Hij legde zijn hand op het kleine hoofdje
en streelde het kind.
Het sliep rustig door onder zijn grote hand.
Maar de wond in zijn hart ging dicht."


Uit: Herman Andriessen, En God wachtte, vertellingen bij de Schrift, 2002.

Als je gewond bent geraakt en verlies hebt geleden, mag je ‘het kind’ strelen. 
En kan -hopelijk- je ziel genezen. 
Dat is voor mij het geheim van Kerst.

De breigroep had een mantel voor haar gebreid en die over haar kist gelegd. Als een mantel voor haar, slaap zacht, sluit je ogen maar. 

https://www.youtube.com/watch?v=HZEj2IK1cOs (Ernst Jansz | De Neerkant 2017 | muziek A.Deiwiks) 


Als een mantel

sluit je ogen maar
nu valt de nacht
als een mantel voor jou
mijn liefste slaap zacht

wees niet bang voor het donker
ik zing je een lied
als een mantel voor jou
mijn liefste vrees niet

sluit je ogen maar
nu valt de nacht
als een mantel voor jou
mijn liefste slaap zacht

wees niet bang voor de kou
een engel staat klaar
met een mantel voor jou

ga nu maar

Ik hoop dat er deze dagen iemand is, een engel of een mens met een mantel voor jou die dit voor je zingt: mijn liefste, vrees niet ... 

Goede en gezegende Kerstdagen gewenst! 

Reacties