Fire will come


De titel van de derde film van Oliver Laxe klinkt dreigend en zo is het ook bedoeld. 

De film bevat prachtige natuurbeelden van Galicië, dat er zelfs in langdurige druiligere regen idyllisch uitziet. Wanneer de mist boven de heuvels hangt, als Amador en Benedicta in de schemering aan tafel zitten, is Fire Will Come schilderachtig van schoonheid.

De openingsscène toont sierlijk vallende bomen die gracieus neerzijgen. Pas in tweede instantie wordt duidelijk dat ze neergehaald worden door alles ontziende bulldozers. Het prachtige einde van die scène (de bulldozers wijken voor een stevige én beschadigde boom) rijmt op een later beeld van de moeder van de hoofdpersoon die voor de regen schuilt in een opengebarsten eik. 

Datzelfde bos gaat in het eind van de film in vlammen op door een (aangestoken) bosbrand dat mens en dier in de westelijke Spaanse provincie in gevaar brengt en het bos vernietigt. 

Ondertussen woedt er een ondergrondse veenbrand van onuitgesproken stilte. Het is wachten op het moment dat het dorre hout van de Gallische bossen vlam vat. 

Zoals de hoofdpersoon  terugkeert naar zijn geboortedorp (na het uitzitten van een gevangenisstraf vanwege brandstichting), keert de regisseur terug naar de streek waar zijn ouders opgroeiden. Hij kent de sluipweggetjes door het bos. Hij houdt zich afzijdig. En de dorpsgenoten begroeten hem met afwachtende welwillendheid én met cynisme: 'wil je een vuurtje?'

Ook zijn oude moeder reageert afstandelijk bij de thuiskomst van haar verloren zoon. Maar gaandeweg groeit tussen Benedicta en haar zoon een intieme, vooral woordeloze verstandhouding. 

Dieren spelen een belangrijke rol. Het paard dat na de verwoestende brand kreupel, gewond, blind door het alles verzengende vuur door het verkoolde bos strompelt, is een tegenhanger van de vier paarden uit de Alpcayps. Maar juist dit paard is bode van de totale vernietiging van een ooit idyllisch Gallicië. 

Even daarvoor loopt moeder Benedicta door dezelfde verschroeide aarde. Als zoekt zij naar een spoortje van leven als Noach na de zondvloed. 

Mens en dier treft hetzelfde lot. Een koe wordt door Amador uit het water gered. Als het vuur het dorp bereikt, worden op het laatst nog twee geiten aangetroffen in een al verlaten huis. Het is ontroerend bij Leonard Cohens lied 'Suzanne' een koe in de ogen te kijken. Wel een minuut lang. De veearts die het lied in haar auto aanzet, zegt dat je de tekst niet hoeft te snappen om het lied te begrijpen. 

Dat geldt ook voor het soms documentaire-achtige film in zijn geheel. 'Fire Will Come' neemt je mee op zijn stroom, geeft je brokstukken verhaal en laat veel over aan persoonlijke associaties. Puzzelstukken die pas later, thuis bij een glas wijn, op hun plek vallen. 

Reacties